Mijn bijdrage aan Het Debat in CW Opinie van 29 juni 2018.08_x_Heering

Het boek De zondeval van het christendom werd in 1928 geschreven door de remonstrantse hoogleraar dogmatiek professor G.J. Heering. Het gaat over de relatie tussen christelijk geloof en oorlog. De Eerste Wereldoorlog had zijn ogen geopend en verbijsterde hem. In 1924 richtte hij samen met anderen Kerk en Vrede op.

Zijn omkeer en vredesactivisme riepen veel vragen op. Die heeft hij willen beantwoorden in zijn boek. Hij was er heilig van overtuigd dat waar Christus gehoorzaamd wordt, ook in nood en gevaar, Hij nieuwe wegen zal tonen. Wegen die we nog niet kennen of die we door onze verblinding nog niet zien.

Voor Heering was zijn vredeswerk primair navolging van Christus: “Men begrijpt ons verkeerd als men in ons alleen maar pacifisten, antimilitaristen ziet. Dan heeft men de diepste reden van ons verzet niet begrepen,” zo schrijft Heering in een latere druk van zijn boek. “Ons anti is slechts de keerzijde van ons pro, voor koning Christus. De diepste reden van ons verzet is het brandend verlangen, om ter wille van Christus’ naam, het Christendom los te slaan van de oorlogsidee.”

Hoe zou Heering vandaag aankijken tegen krijgsmacht, wapenhandel en oorlog? Dat lijkt een lastige vraag omdat het werk van veel Europese krijgsmachten steeds meer gericht is op vredestaken wereldwijd. Maar bij nadere beschouwing zijn er toch behoorlijk wat kritische vragen te stellen.

Oorlogen, maar ook de voorbereiding ervan door de productie van wapens en diensten, verslinden op zeer grote schaal menskracht, vernuft, energie, geld en grondstoffen die juist voor het leefbaar maken van de wereld zo hard nodig zijn. Dat stellen Mark Akkerman (Stop Wapenhandel) en Greetje Witte-Rang (Kerk en Vrede) in een artikel dat deze maand is gepubliceerd op http://www.degrotetransitie.nl.

“Zonder een rechtvaardige en duurzame economie wereldwijd, zal geweld zich blijven voordoen. Toch wordt daarnaar niet gehandeld in veel internationaal veiligheidsbeleid. Het antwoord op de dreiging van geweld is vooral het dreigen met en inzetten van geweld. Niet op basis van behaalde successen in het verleden, maar uit een diepgewortelde reflex. Een reflex die vaak ook een belemmering is om te kijken naar de eigen rol in het ontstaan van de situaties die leiden tot geweld en het voortduren ervan.”

Als we goed nadenken over de rol van de rijke landen bij het ontstaan en in stand houden van geweld, zullen we ook moeten kijken naar de wapenproductie, de wapenhandel en het defensieapparaat. De wapenindustrie heeft er belang bij dat de geproduceerde wapens ook gebruikt en vervangen worden. De sector heeft er belang bij dat er oorlogen gevoerd worden en blijven worden, hoe cynisch dat ook klinkt.
Akkerman en Witte: “De groei- en vernieuwingsdwang die ook de civiele economie kent, is in deze sector in extreme mate werkzaam, met een verwoestender effect: ieder nieuw ontwikkeld wapen bij de (potentiële) vijand maakt nieuw onderzoek en de vervanging van ‘dus’ verouderde wapens noodzakelijk.”

Niet alleen in de VS is sprake van een machtige lobby van wapenproducenten, ook in de EU is deze sterk aanwezig, zo maken de auteurs in hun artikel duidelijk. Zo stelde de Europese Commissie de oprichting voor van een Europees Defensie Fonds met een budget van meer dan 40 miljard euro voor onderzoek, ontwikkeling en aankoop van wapentechnologie. Bijzonder is dat lidstaten de aankoop van wapens via het Europees defensiebudget niet moeten meenemen bij het vaststellen van het begrotingstekort.

De oorlog is een lucratieve markt geworden, net als de wederopbouw. Vanwege de – mede door economische belangen gevoede – aandacht voor militaire middelen krijgt geweldloze conflictpreventie weinig kans. In het onderzoek naar de mogelijkheden en de uitvoering ervan wordt relatief weinig geïnvesteerd.

Om de hoge research & development kosten van hun eigen wapens te drukken, moeten westerse landen zorgen dat hun defensie-industrie een brede afzet heeft. Daarom worden nieuwe markten voor dure militaire technologie gevonden. Akkerman en Witte: “Dit leidt tot nog meer verspreiding van wapens, en tot verhoging van defensiebudgetten ten koste van sociale uitgaven in veel niet-westerse landen. Omdat de export van wapens voor bedrijven zo belangrijk is, wordt nauwelijks kritisch gekeken naar de afnemers.”

Voor de Nederlandse krijgsmacht gebruiken we sinds 1959 het mooie woord ‘defensie’. Maar ons leger maakt feitelijk – of we ons daarvan nu bewust zijn of niet – deel uit van een militair-industrieel complex dat wapenproductie en geweld wereldwijd in stand houdt en zelfs lijkt te bevorderen. Daarmee laat het christelijke westen zien dat ‘de zondeval van het christendom’, waarover G.J. Heering schreef, ook vandaag nog volop aan de orde is.